maandag 6 september 2010

Wat doet een Zweed met z'n oude auto?

Afgelopen vakantie heb ik in Zweden, om precies te zijn op de Krokstabanan in Säffle, een zogenaamde folkbil-race bezocht.
Folkbil laat zich vertalen als volksauto. Alles mag en niets moet, behalve dan de veiligheidsmaatregelen aan de auto.
Lekker raggen (maar wèl een echte race) met je conculega's over een oud fabrieksterrein of op een oude vuilstort. Niks geen stickers van IKEA of Coca Cola die het mogelijk moeten maken om te kunnen racen. Nee, hooguit een paar honderd zweedse kronen van een plaatselijke dierenwinkel of een bevriende slager in ruil voor het mogen plaatsen van een reclamesticker die ergens eenzaam op de motorkap (of wat daarvoor moet doorgaan) prijkt. Wanneer geen reclamestickers voorhanden zijn komt de verfkwast ook goed van pas.
Vrijwel alles wordt uit eigen zak betaalt en de auto's worden meestal voor een een paar honderd Euro bij de voorlaatste eigenaar opgehaald om ze tot folkbil om te toveren.
Ik heb er een aardige reportage van kunnen maken waaruit ook duidelijk blijkt dat alle middelen worden aangewend om een vroegtijdig overlijden van de 'bil' te voorkomen. En dan heb ik het over stukken blik, klinknagels, tape, kettingen, touw, donorauto's en vooral het belangrijkste gereedschap op zo'n racedag; de moker!
Zie hier de slideshow op Flicr.

2 opmerkingen:

  1. Noemen ze dat hier niet een Crazy Race?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bestaat dat dan nog? In Zweden is het gewoon a way of living, erg populair en het is er vergeven van de rallycircuitjes.

    BeantwoordenVerwijderen